Stroefheid
Om de stroefheid te bepalen maken wij gebruik van verschillende metingen
Skid Resistance Tester of slinger-stroefheid (NEN-EN 1436)
De Skid Resistance Tester of SRT wordt in Nederland gebruikt voor het bepalen van de stroefheid van markeringen en de polijstwaarde van aggregaat. Voor markeringen wordt verwezen naar NEN-EN 1436 en de polijstproef is beschreven in RAW-proef 76 (Standaard RAW Bepalingen 2005).
In het geval markeringen worden toegepast als wegdek bijvoorbeeld op kruisingsvlakken, dan zijn de eisen voor stroefheid conform die van normale wegdekken en wordt de natte
stroefheid conform RAW-proef 150 gemeten.
RAW Proef 72 Stroefheid
Voor het veilig afwikkelen van verkeer moet het wegoppervlak een voldoende stroefheid hebben. De Rijkswaterstaat-methode met het 86% vertraagd wiel wordt standaard toegepast voor het meten van de stroefheid. De minimale waarde van 0,38 is afgeleid uit oogpunt van verkeersveiligheid en wordt gebruikt voor alle type verhardingen waar met snelheden van 50 km/h en hoger wordt gereden.
RAW-proef 76 Zandvlekproef
De Zandvlekmethode (RAW-proef 76) is een eenvoudige methode om de textuur van een wegdek te kwantificeren. Bij deze methode wordt een standaard hoeveelheid normzand met draaiende bewegingen van een stamper in het wegdek gebracht. Uit de oppervlakte van de op deze wijze ontstane zandvlek kan de Mean Texture Depth (MTD) of Gemiddelde Textuur Diepte worden berekend. In vergelijking met de MPD, bepaald door de textuurlaser, is de MTD dus driedimensionaal en de MPD tweedimensionaal.
De MTD kan uit de MPD worden geschat, men spreekt dan van ETD of Estimated Texture Depth.